Ga naar de inhoud

Versterking van burgercollectieven gericht op duurzaamheids, energie en gezondheidstransitie.

Foto Hannah Busing

Duurzaam en gezond leven is lastig voor een individu
De meest recent gepubliceerde IPCC-rapporten laten zien dat verandering van leefstijl essentieel is voor het behalen van klimaatdoelen en burgers daarin ook een belangrijk aandeel hebben. Daarnaast zijn er maatregelen nodig om steden aan te passen aan de klimaatverandering waarvan de impact nu al merkbaar is (klimaatadaptatie) en om de leefomgeving gezonder te maken. Voor burgers zijn de gewenste veranderingen qua wonen (energie), reizen, eten en consumeren niet altijd gemakkelijk te realiseren. Drempels hebben soms met kosten te maken, met de huidige sociale en fysieke omgeving (de huidige omgeving is bijv. sterk ingericht op autogebruik) en ook met cultuur en gewoontes.
Om deze drempels te overwinnen en te komen tot een wereld waar duurzaam leven de norm is, zullen alle stakeholders moeten bijdragen: de overheid, de economische sectoren én de burgers. Burgers als individuen zullen waarschijnlijk weinig invloed ervaren en hebben. De kracht van burgers zit hem meer in het collectief.
Daarom stellen wij de vraag: Op welke manier en onder welke omstandigheden kunnen collectieven van burgers een bijdrage leveren aan het verbinden van individuen en hun individuele inspanningen (bottom-up), met de inspanningen die nodig zijn vanuit bijvoorbeeld de overheid (top-down)?

Collectieven maken het voor mensen makkelijker verandering te weeg te brengen, in hun eigen leven, maar ook naar bijvoorbeeld overheden of bedrijven toe (voetafdruk én handafdruk)
De initiatiefnemers van het project Better Together willen het voor burgers makkelijker maken om bij te dragen aan het behalen van klimaatdoelen en het aanpassen van de leefomgeving door te onderzoeken hoe we collectieven kunnen ontwikkelen en ondersteunen.
Op het terrein van de energietransitie is er al ervaring opgebouwd, zo telde Nederland in 2021 al 676 energiecoöperaties. Deze coöperaties zijn vaak gericht op energie besparen in huis en bijvoorbeeld zonnepanelen of windenergie, maar nog niet met minder consumeren of aanpassing voeding. In onze visie zet een collectief (vereniging, coöperatie, buurt) gezamenlijk in op concrete CO2-reductie door een gezamenlijke verduurzamingsagenda te maken (zoals energie besparen en duurzaam opwekken, minder vlees en zuivelproducten eten en meer plantaardige producten, minder consumeren) en met een dashboard de voortgang te volgen. Burgers kunnen elkaar helpen (bijv. goederen delen, hergebruiken) tips geven, feedback krijgen op hoe de doelen van het collectief worden gehaald in relatie tot de collectieven en de landelijke normen. Op die manier kunnen ze zien dat hun gedragsverandering ertoe doet. Ook kunnen zij bijvoorbeeld gezamenlijk duidelijker maken welke beleidsveranderingen er nodig zijn om een duurzame levensstijl mogelijk te maken.

Door carbon voetafdrukken te bepalen per buurt of wijk kunnen burgers van elkaar leren én wordt inzichtelijk welke doelgroepen op welke wijze ondersteund kunnen worden
Op dit moment is het voor veel mensen onduidelijk wat voor CO2-uitstoot zorgt (lage CO2-literacy). Daarnaast verschillen CO2-voetafdrukken sterk per persoon. Het is bijvoorbeeld afhankelijk van inkomen. Door onderscheid te maken in verschillende doelgroepen kunnen (beleids)interventies beter worden vormgegeven.

Verbeteren van buurtcohesie en herstel van vertrouwen
Door in te stappen in het consortium kunnen organisaties meehelpen aan het ontwikkelen van een innovatieve methode om ‘top down’ en ‘bottom up’ bij elkaar te brengen. Zodat de klimaatdoelen van Parijs en de lokale ervaring, kennis en kunde elkaar versterken. Naast winst qua klimaatdoelen, hopen we dat de werkwijze met burgercollectieven ook een bijdrage kan leveren aan het verbeteren van buurtcohesie en vertrouwen in het samen kunnen bijdragen aan het leefklimaat voor de volgende generaties. Met hopelijk een verhoogd vertrouwen in samenwerking met overheden.

Dataverzameling middels o.a. citizen science zorgt ervoor dat we kunnen leren
Door de impact van de verschillende initiatieven, aanpassingen en maatregelen goed te documenteren, kunnen we leren wat wel en niet werkt in verschillende typen buurten. Belangrijke succesfactoren zijn het gebruik maken en ontwikkelen van sociaal kapitaal, en het verzamelen van gegevens (CO2 em., biodiversiteit) en het beheer daarvan door het collectief zelf.

Geïnteresseerd?
Van 2023 tot en met 2028 loopt het TNO kennisopbouwprogramma ‘Empowering Citizen Collectives’. Dit programma wordt geheel gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. In dit programma werken we aan verschillende elementen uit deze visie met een groot aantal partners. Daarnaast werken we momenteel aan verschillende aanvullende subsidieaanvragen, om de visie nog verder uit te werken en daarbij ook andere kennispartners te kunnen betrekken.

Partners ZutphenEnergie (John Verheijden), Klimaatverbond (Jan Engels), Hogeschool van Amsterdam (Reint-jan Renes), TNO, Universiteit Leiden (Sarah Giest, Antonella Maiello, Wessel Kraaij), Stichting Iedereen aan Boord, Amsterdam Economic Board (Lia Hsu), Buurkracht (Roel Wousdstra), RUG (Thijs Bouman), EUR (Moniek Buijzen).

Contact Wessel Kraaij, Universiteit Leiden en TNO. w.kraaij at liacs.leidenuniv.nl and Data Science for Social Good